Blog
- Geej se lèllike voel hod!
- ... Just as Jesus created wine from water, we humans are capable on transmuting emotion into music.. ~ Carlos Santana
- Ik kende een vrouw die was zo frigide dat als ze der benen uit elkaar deed de thermostaat aan sloeg
- Wees maar zeker dat Club z’n uiterste best zal doen om De Ketelaere zondag te laten blijten
- In Zuid-Afrika kroop een vrouwelijke cheetah die een fotograaf zag slaperigten, zich tegen hem knuffelde om naast hem te slapen.
- Wij zijn op zoek naar 2 mannen in combinatie met deze groene citroen Berling.
- Dendoncker was beter naar wolvertem gegaan ipv wolverhamton
- of huurs dich neet tegooi?
- 'Een ander issue is dat er niemand aandacht schenkt wanneer ik aan het woord ben... HALLO!? IK HEB HET TEGEN JULLIE!!'
- Defensief loop het de laatste tijd goed, maar voorin mogen we wat scherper zijn
- Ik stond met mn oren te klapperen. Wou het liefst even hun ouders een schop verkopen. Dat is toch niet normaal joh?
- Hij dom onnozel lelijk stinkend manneke.een alien zou dat gloves,ik niet stupid fuck
- Helaas zijn er wijven die zich daar niks van aan trekken en de boel maar laten verschimmelen.
- de kan gaat net zo lang te water als er water is
- Wat ben je aan het doen, Roel? Foto/video Vrienden taggen Gevoel/activiteit Nieuwsoverzicht album
- Verknoei je tijd op een nuttige manier!
Weefsnitje en de deven zergen
Brigitte, 2004-04-15
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
~ Bekeken: 125 × | TOP | THUIS | TERUG
Doe mee!
Eluterius groeit door inbreng van gebruikers. Wil jij ook weetjes delen en dingen toe kunnen voegen? Word lid!
Weekpoll
En ook...
Top-30
De tussenstand in onze Eigenzinnige 30 van
week 13/2024. Muziek van 1950 tot nu!1
2
3
4
7
9
10
11
13
LANA DEL REY - Old Money 35
14
15
17
BOZZ SCAGGS - Lowdown 12
18
20
TEARS FOR FEARS - Change 18
21
22
23
S.B.B.L. - Purple Mix 24
24
25
26
27
ROB D - Clubbed To Death 26
28
Rechts